Flexibiliteit in balans

Het onderzoek en het daaruit ontwikkelde instrumentarium zijn gebaseerd op een balansmodel. Het betreft hier de balans tussen Flexbehoefte en Flexvermogen.

Flexbehoefte is de mate waarin een bedrijf moet kunnen schakelen in volumes en producten. In het onderzoek en de tools op deze website kijken we met name naar de behoefte aan personele flexibiliteit. Denk dan aan de behoefte om de ene dag veel meer personeel te hebben dan de andere dag, of juist extra mensen in bepaalde piekperiodes. Een bedrijf wat goed kan voorspellen welke bestellingen er komen, en ook door het jaar heen ongeveer gelijke productieaantallen heeft, heeft een lage flexbehoefte, want zij kunnen altijd toe met ongeveer dezelfde mensen, in een vast werkrooster. Maar een bedrijf waar de klantvragen onvoorspelbaar zijn moet soms opeens extra mensen hebben, of wisselen omdat bepaalde vaardigheden nodig zijn: zij hebben ene grote flexbehoefte. De flexbehoefte wordt bepaald door factoren vanuit de marktvraag, het productieproces, en vanuit de arbeidsmarkt. Op basis van het onderzoek blijkt met name de fluctuatie van de marktvraag, en de mate waarin deze voorspeld kan worden belangrijk voor de deelnemende MKB bedrijven.

Flexvermogen is het vermogen van de organisatie om met de flexbehoefte om te gaan. Het vermogen bestaat uit een of meerdere maatregelen. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen maatregelen vanuit marktstrategie, interne organisatie (zoals productieontwerp en technologie), en personele flexibiliteit. In de literatuur zijn de verschillende personele flexibiliteitmaatregelen uitgebreid besproken. Daarbij wordt onder meer het onderscheid gemaakt tussen interne en externe flexibiliteit (Atkinson, 1984; Goudswaard, 2003; Goudswaard en De Nanteuil, 2000). Bij interne flexibiliteit gaat het om flexibele inzet van personeel in eigen dienst. Denk daarbij aan brede inzetbaarheid en flexibele werktijden voor het vaste personeel. Bij externe flexibiliteit gaat over de inzet van flexibele contracten (tijdelijke contracten, oproepkrachten, uitzendkrachten) of inhuur van externen (zzp-ers of detachering).

Onderstaand figuur laat de elementen zien van flexbehoefte en flexvermogen. De uitdaging voor ondernemers is om een mix aan flexibiliteitmaatregelen te vinden die zowel op korte als lange termijn bijdragen aan betere bedrijfsprestaties en de wendbaarheid van het bedrijf. Daarbij is het belangrijk om zorgvuldig af te wegen welke maatregelen aansluiten bij de flexbehoefte vanuit de afzetmarkt, de arbeidsmarkt en het productieproces (De Leede en Goudswaard, 2008). Een mismatch kan veroorzaakt worden doordat een bedrijf te weinig flexvermogen heeft voor hun behoefte, maar het kan ook zijn dat zij teveel maatregelen nemen, of niet de juiste maatregelen, omdat deze niet passen bij het type behoefte. Inzicht in de behoefte en elementen daarvan is daarom belangrijk om te komen tot passend flexvermogen.

Ook aan de slag met de flextools?

Ontwikkeld door